Wednesday, May 23, 2007

De International Security Assistance Force (ISAF) in Afghanistan

De International Security Assistance Force (ISAF) is een internationale militaire strijdmacht in Afghanistan die wordt geleid door de Noord Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO).

De ISAF bestaat uit ongeveer 37.000 personeelsleden uit 37 verschillende landen. De ISAF leidt 5 Regionale Commando Centra en 25 Provinciale Reconstructie Teams (PRT).

De veiligheids- en stabilisatiemacht heeft op 20 december 2001 een mandaat gekregen van de Verenigde Naties (VN Veiligheidsraad Resolutie 1386) om Kabul en omgeving te beveiligen tegen de Taliban, Al-Qaida en krijgsheren.

Daarnaast moest de ISAF helpen bij het instellen van de overgangsregering van Afghanistan die werd geleid door Hamid Karzai, die later bij verkiezingen in 2004 is verkozen tot president.

Op 11 augustus 2003 werd de leiding van de ISAF-missie door de NAVO overgenomen van de Verenigde Naties.

Fases
Daarna heeft de ISAF de missie over heel Afghanistan uitgebreid in 4 fases.

In oktober 2003 kreeg de ISAF toestemming van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties om zich uit te breiden buiten Kabul naar het noorden. Een jaar later, in oktober 2004, was deze uitbreiding, Fase 1 van ISAF, voltooid.

Fase 2, de uitbreiding over het westen van Afghanistan, volgde in september 2005. Fase 3 van de uitbreiding, over het zuiden, werd voltooid op 31 juli 2006.

ISAF Fase 4, die zich ook uitstrekte over het oosten van Afghanistan, begon op 5 oktober 2006.

De uitbreidingsfases komen overeen met de Regionale Commando Centra die aan worden geduid met de regio’s: Capital, North, West, South en East.

Opstand
Sinds 2006 is de opstand van de Taliban tegen de regering van Afghanistan en de aanwezigheid van ISAF in het land enorm toegenomen, waardoor de ISAF in steeds meer gevechtssituaties terecht is gekomen, vooral in het zuiden en oosten van Afghanistan.

Waarnemers zeggen dat Afghanistan de meest gewelddadige periode kent sinds het Taliban-bewind van Mullah Mohammad Omar eind 2001 is afgezet door een buitenlandse coalitie die door de VS werd geleid en samenwerkte met de Noordelijke Alliantie, een gelegenheidsverbond van krijgsheren uit het noorden van Afghanistan.

De NATO vraagt dan ook de lidstaten om meer troepen te leveren voor Afghanistan, maar veel landen weigeren dit, en weigeren ook om hun troepen in te zetten in het zuiden en oosten van het land.